Persoonlijke hulpmiddelen
Home » Wonen & inrichten » Tuinieren » Hoe onderhoud ik mijn gazon

Hoe onderhoud ik mijn gazon

Document acties
  • Tijdshoeveelheid 180 dagen
  • Moeilijkheidsgraad: uitdagend
Is het gras bij jouw buren altijd groener? Dan is het hoog tijd om je gazon eens goed onder handen te nemen. Het voorjaar is hét moment om te beginnen met gazononderhoud. Maar ook tijdens de rest van het tuinseizoen en zelfs in de winter heeft de grasmat onderhoud nodig. Bekalken, bemesten, verticuteren, maaien en sproeien. Wat is nu eigenlijk echt nodig en wat is overdreven? Lees deze Hoedoe en zorg ook voor een gazon om te zoenen!

Hoedoe door: Merel van der Lande

Bekijk het profiel van Merel van der Lande
Aantal Hoedoes: 50


Benodigdheden

  • Grasmaaier
  • Tuinschaar
  • Riek of verticuteerhark
  • Noorse bladhark
  • Sproeier
  • Strooiwagentje (om mest en kalk goed te verdelen)

Stappen

  1. Neem een grondmonster

    Het is verstandig om het seizoen te beginnen met een grondmonster. De wortels van gras kunnen niet goed tegen een zure bodem. Bij de meeste tuincentra zijn tests te koop waarmee je de zuurgraad gemakkelijk zelf kunt testen.

  2. Bekalk

    Blijkt de grond te zuur, dan is het zaak het gazon (liefst in maart) te bekalken. Gebruik je kunstmest, wacht dan na het bekalken minstens drie weken met bemesten; kunstmest heeft een  negatieve invloed op de kalk. Gebruik je organische mest dan kun je vrijwel gelijk bemesten. Is de zuurgraad goed, dan is bekalken overbodig en ga je direct door naar stap 3.

  3. Geef het gazon zuurstof

    Bij verticuteren, ook wel beluchten genoemd, worden met een verticuteerhark, riek of verticuteermachine gaatjes in het gazon geprikt, zodat er weer zuurstof in de bodem kan komen. Dit doe je liefst ook in maart, en indien nodig nogmaals in september. Verticuteren is vooral aan te raden bij een bodem met een dichte structuur zoals leem of veen, een gazon waarop veel wordt gelopen of gespeeld en bij kale plekken die opnieuw moeten worden ingezaaid. Heb je een siergazon met een gezond bodemleven? Dan is verticuteren niet nodig. Wormen en andere bodemorganismen zorgen voor een natuurlijke beluchting. Je kunt dan gelijk door naar stap 4.

  4. Stil de honger

    Gras heeft altijd honger. Vanaf half maart - of iets later als er is bekalkt - moet het gazon worden gevoed. Om groen te blijven heeft gras voornamelijk behoefte aan stikstof. Hierbij heb je de keuze: kunstmest of natuurlijke voedingsstoffen gebruiken. Kunstmest geeft snel resultaat, maar werkt minder lang en voegt niets extra’s toe aan de bodem. Biologische meststoffen bevatten bacteriën en sporenelementen die een natuurlijk bodemleven stimuleren. De wormen en micro-organismen die in een gezonde bodem leven zijn op hun beurt weer gunstig voor het gras. Bovendien geven biologische meststoffen hun voeding langzaam af aan de bodem. De stoffen komen gedurende drie tot zes maanden vrij. Het duurt daardoor langer voordat het resultaat zichtbaar is, maar bijmesten is niet of nauwelijks nodig. Ongeacht de middelen is voldoende voeding essentieel voor een mooi gazon zonder onkruid. Gras is zelf het ergste onkruid dat er is en zolang het hard genoeg kan groeien, verstikt het alle klavers, mossen en paardenbloemen. Ideaal toch?

  5. Maai het gras

    De maaifrequentie is een goede graadmeter voor de hoeveelheid voeding. Als het gras iedere week kan worden gemaaid, krijgt het voldoende. Het lijkt aantrekkelijk om het gras lekker kort te maaien om weer een tijdje van de klus af te zijn, maar goed voor het gazon is het niet. Gebruikelijk is een maaihoogte van 2,5 cm voor een siergazon tot 4 cm voor een gazon waarover veel wordt gelopen. Is het gras korter, dan kan het zichzelf niet meer beschermen tegen de zon en droogt het uit. Bovendien komt er teveel zonlicht op de bodem waardoor ander onkruid een kans krijgt om te groeien.
    Vang het gemaaide gras altijd op in een bak of hark het na die tijd van het gazon. Dood gras verstikt het gezonde gras en onttrekt stikstof aan de bodem voor het verteringsproces. Bovendien blijft het aan je schoenen plakken; niet handig met kinderen die steeds het huis in en uit lopen. Let op: Laten liggen kan wel, maar alleen op een goed bemest (want: extra stikstof) siergazon dat twee keer per week wordt gemaaid. De sprietjes zijn dan kort waardoor ze tussen het gras vallen. 

  6. Knip de kanten

    Perfectionisten knippen de kanten netjes bij iedere maaibeurt. Wie daar geen zin in heeft, kan het eens per maand bijhouden of een maaikant aanleggen. Leg direct naast het gazon verharding, bijvoorbeeld een stenen pad dat iets lager ligt dan het gazon zelf. Zo rijdt het wiel van de grasmaaier over het pad, terwijl de messen de stenen niet raken.

  7. Sproei met mate

    Wie denkt dat het gazon groener wordt door het iedere avond een uurtje van water te voorzien, heeft het mis. Door iedere avond te sproeien, spoelen de meststoffen sneller weg en worden de wortels van het gras lui. Ze hoeven immers niet diep de grond in om water te zoeken. Het gevolg is dat het gazon juist zwakker wordt. Beter is het om het gras eens in de vier à vijf dagen veel water tegelijk te geven. Daarmee boots je een regenbui na. Dat je nooit op het heetst van de dag moet sproeien omdat het gras dan zou verbranden, is overigens een fabel. Het is efficiënter om ’s avonds water te geven omdat het water dan minder snel verdampt en het gras het beter kan opnemen.

  8. Strooi wintermest

    Strooi in september zogenaamde najaar- of wintermest over het gazon. Deze mest bevat fosfor en kalium waardoor de wortels in de winter ondergronds blijven groeien. In het voorjaar levert dat een sterkere grasmat op.

Do's

  • Het gras zo veel voeding geven dat je het minstens één keer per week moet maaien.
  • Ecologische meststoffen en onkruidbestrijdingsmiddelen gebruiken.
  • In september najaar- of wintermest over het gazon strooien.
  • Je aan de aanwijzingen en hoeveelheden op de verpakkingen van mest en kalk houden.

Don'ts

  • Het gras te kort maaien.
  • Gemaaid gras laten liggen.
  • Het gazon iedere avond een beetje water geven.

Bron

Artikel in tijdschrift Kassa (april 2010), geschreven door Merel van der Lande.

Meer uitleg

Hoedoeners in de spotlight
Janine Bruinooge
Lid sinds: 7 april 2008
Aantal Hoedoes: 34
Irene de Vette
Lid sinds: 19 juni 2008
Aantal Hoedoes: 78
Petra Megens
Lid sinds: 9 juni 2008
Aantal Hoedoes: 17
Wil je ook schrijven voor Hoedoe?
Meld je aan!