Persoonlijke hulpmiddelen
Home » Wetenschap & techniek » Knutselen » Hoe leer ik breien
4

Hoe leer ik breien

Document acties
  • Tijdshoeveelheid 7 dagen
  • Moeilijkheidsgraad: goed te doen
Hoe leer ik breien
Breien is - net als veel andere vormen van handwerken - weer helemaal in. Leren breien is op zich niet moeilijk en als je de basis eenmaal onder de knie hebt, dan kun je jezelf allerlei andere technieken aanleren, waardoor je binnen de kortste keren de mooiste dingen breit!

Hoedoe door: Adine Faber-Versluis

Bekijk het profiel van Adine Faber-Versluis
Aantal Hoedoes: 468


Benodigdheden

  • Breinaalden
  • Wol
  • Optioneel: een patroon

Stappen

  1. Zet de steken op

    Voor je kunt beginnen met breien, moet je eerst de steken opzetten. Als je een patroon gebruikt, dan wordt daarin aangegeven met hoeveel steken je moet beginnen. Als je echt voor het eerst begint met breien, kun je beter gewoon een proeflapje proberen en bijvoorbeeld 20 steken opzetten.

    Het opzetten van de steken gaat als volgt. Houd de bol wol aan je rechterkant en houd een flink stuk draad aan je linkerkant. Maak een lusje in het draad en steek de naald hier doorheen. Je hebt nu één lus op de naald en twee draden aan de onderkant. Steek je duim en wijsvinger tussen deze draden en draai beide vingers om, zodat zich een lusje om je duim en wijsvinger vormt. Steek de naald door het lusje van de duim. Laat je duim erin zitten en haal de naald ook door het lusje van je wijsvinger. Beweeg nu je duim (met lusje) over het lusje van je wijsvinger en trek je vingers eruit. Trek het draad vervolgens vanaf de onderkant aan. Je hebt nu een tweede steek op de naald.

    Herhaal dit tot je voldoende steken op de naald hebt.

  2. Maak de volgende rij

    Voor het breien van de volgende rij heb je de tweede breinaald nodig. Houd de breinaald met de steken in je linkerhand en de lege breinaald in je rechterhand. Als je links bent, kun je de breinaalden beter andersom houden.

    Steek de lege breinaald van links naar rechts door de eerste steek op de volle naald. De naalden staan nu kruislings op elkaar. Pak het draad dat naar de bol gaat vast en sla het om de lege naald heen. Dit doe je van rechts naar links. Het draad voer je dus onder de naald door en daarna trek je het terug naar de kruising tussen de twee naalden.

    Trek nu de lege naald voorzichtig naar je toe. Je zult zien dat er nu een klein lusje op lijkt te zitten. Dat is de lus die je overzet naar de nu nog lege naald. Schuif de lege naald voorzichtig over de volle naald heen en schuif de steek van de volle naald af. Doe dit voor alle steken. Blijf de steken tellen, zodat je er niet ineens een aantal mist of een aantal extra hebt.

  3. Keer om

    Heb je alle steken van de ene naald overgezet op de andere naald? Dan zul je zien dat er een extra rij is bijgekomen. Het omkeren is met breien heel eenvoudig; je wisselt de naalden weer om, zodat je de lege naald weer in de hand hebt die je het meest gebruikt. Herhaal vervolgens stap 2 weer, tot je alle steken weer gehad hebt.

  4. Vermeerder of verminder steken

    Als je iets anders dan een sjaal of een lapje wilt breien, kan het zijn dat je moet meerderen of minderen. Dat betekent dat je het aantal steken laat toenemen of afnemen.

    Om te kunnen meerderen zet je eerst een aantal steken over op de lege naald. In je patroon staat meestal om hoeveel steken dit gaat. Als je de naalden dan voor je houdt, zie je een draad die van de ene naar de andere naald loopt. Steek je rechternaald onder deze draad door, zodat hij als het ware op de rechternaald terecht komt. Steek nu de andere naald er ook doorheen, zodat je naalden een kruis vormen, waarbij de rechternaald bovenop de linkernaald ligt en het draad er als het ware omheen gevormd is. Trek de rechternaald er nu voorzichtig uit en steek deze vanaf de andere (rechter)kant weer door de draad - die nu op de linkernaald zit - heen. De naalden vormen nu weer een kruis, waarbij de linkernaald voor de rechternaald zit. Brei er nu een rechte steek mee, zoals uitgelegd in stap 2. Je hebt nu een extra steek op de naald.

    Een steek minderen is veel minder ingewikkeld. Je breit dan gewoon een rechte steek, maar steekt de naald door twee lussen tegelijk, in plaats van in één.

  5. Kant je breiwerk af

    Als je klaar bent met het maken van je breiwerk, moet je het van de naald krijgen. Dit heet afkanten.

    Houd beide naalden weer voor je, de één met steken, de ander zonder. Brei twee steken. Steek nu de 'volle' naald in de eerste steek op de nog bijna lege naald en trek deze voorzichtig over de tweede steek heen en laat deze van de breinaald afglijden. Er zit nu nog maar één steek op je naald. Brei vervolgens weer een steek op de gewone manier en haal de eerste steek weer over deze steek heen. Je hebt nu weer één steek over. Herhaal dit tot je bij de laatste steek bent aangekomen. Trek die wat losser, zodat je een grote lus hebt. haal je breiwerk van de naald af en knip het draad van de bol af en haal dit door je laatste lus heen. Je kunt dit nu ook strak trekken. Je breiwerk is af!

Do's

  • Begin eenvoudig. Dan kun je de techniek onder de knie krijgen en wordt het makkelijker om ook moeilijkere vormen te breien
  • Verdiep je ook in andere soorten handwerken, je zult zien dat het dan makkelijker wordt om verschillende technieken op te pikken

Don'ts

  • Geef niet te snel op. Breien kan in de eerste instantie moeilijk lijken, maar het is net als fietsen; als je het eenmaal kunt, dan verleer je het niet meer!
  • Zet je steken niet te strak op, dan gaat het breien erg stroef

Bron