Hoe word ik modeontwerper

Hoedoe door: Noortje van Dorp

Bekijk het profiel van Noortje van Dorp
Aantal Hoedoes: 125

Benodigdheden

• Creativiteit
• Goede ideeën
• Doorzettingsvermogen
• Schetsboek en potlood
• Inspiratie

Stappen

1. Begin met een drive

   Modeontwerper word je niet zomaar. Er moet wel een bepaalde drive achter zitten die ervoor zorgt dat je je beroep niet na twee maanden al beu bent of zonder inspiratie komt te zitten. Fatima en Manon hebben beiden geen moeder of zussen die een hoofddoek dragen en die hen voor konden doen hoe zij –op verschillende manieren- hun hoofdbedekking konden dragen. Vanaf het moment dat ze een hoofddoek gingen dragen, zijn ze op zoek naar leuke en bijzondere manieren om een hoofddoek op te doen.
   Voor Manon en Fatima is een hoofddoek niet iets belemmerends. Fatima: ‘Een hoofddoek staat voor veel mensen nog steeds gelijk aan onderdrukking, maar dat is helemaal niet waar. Het is een bron van inspiratie waarbij religieuze, culturele, maatschappelijke en creatieve aspecten aan bod komen.’

2. Bedenk wat je wilt

   Goed, je wilt modeontwerper worden. Maar wat wil je gaan doen? En op welke manier ga je je profileren? Fatima wilde iets met hoofddoekstyling doen, maar had in eerste instantie het idee om haar ideeën en creaties in boekvorm uit te brengen. Ze was geïnspireerd geraakt door een boek over scarfstyling uit Zuid-Afrika dat ze cadeau kreeg van vrienden. ‘In verschillende moslimlanden, zoals Thailand en Indonesië, is de hoofddoek veel meer een onderdeel van de mode. Hoofddoeken zijn aanwezig op modeshows, er staan modereportages over in tijdschriften en je hebt zelfs stylingsalons. Dit is in Nederland nog niet het geval; een gat in de markt dacht ik.’ Fatima kreeg ook haar vriendin Manon enthousiast om mee te doen. Omdat bleek dat het uitgeven van een boek een hoop geregel met zich meebrengt en Manon en Fatima graag direct wilden beginnen, kozen ze ervoor om hun bedrijf SpeeSjaal op te richten. Manon: ‘We wilden aan de slag met het begrip hoofdbedekking in de breedste zin van het woord.’

3. Eventueel: volg een opleiding

   Talent heb je of niet. Ook zonder opleiding kan je modeontwerper worden. Maar het kan natuurlijk nooit kwaad om de basisvaardigheden goed onder de knie te krijgen. In Utrecht en Arnhem kan je een modeopleiding volgen aan de Hogeschool voor de Kunsten. In Amsterdam is er het Fashion Institute en de Rietveld Academie. En in Eindhoven de Design Academie. Maar dat is nog maar een kleine greep.

4. Start je onderneming

   Voordat je met al het leuke werk aan de slag kan, moet je eerst het nodige papierwerk afhandelen om voor jezelf te kunnen beginnen. Allereerst moet je je inschrijven bij de Kamer van Koophandel.
   Manon: ‘Als je iets wilt doen, moet je het ook goed doen. We hadden geen zin in gerommel of het ontduiken van de belasting. Dat gaat trouwens ook tegen onze geloofsovertuiging in.’
   
   Misschien wil je ook wel een eigen ruimte en/of heb je veel geld nodig om je bedrijf op te starten? Bij diverse banken is het mogelijk om daarvoor een lening af te sluiten. Maar deze lening krijg je niet zomaar. Je moet heel helder uiteen zetten wat je bedrijf is en wat je precies gaat doen. Een overzichtelijke uitleg over jouw doelen en ideeën kun je verwoorden in een ondernemingsplan.
   Fatima: ‘Wij hebben ervoor gekozen om alleen ons eigen geld in SpeeSjaal te steken.’ Manon: ‘Het is toch een risico dat je neemt. Mocht het op niks uitlopen, dan kunnen we alles wat we aangeschaft hebben nog zelf goed gebruiken. En alles wat we verdienen, investeren we weer in het bedrijf.’

5. 

   Bedenk, experimenteer en ontwerp

   Met één goed idee ben je nog geen modeontwerper. Je moet telkens geïnspireerd worden tot het maken van nieuwe creaties. Fatima en Manon kunnen door de gekste dingen op nieuwe ideeën komen. De kleur van gevallen herfstbladeren, de manier waarop een aardappelschil krult, of de stoffenkramen op de markt. Manon: ‘We ontdekken zelf steeds nieuwe dingen. Je kunt het vergelijken met voor de spiegel staan en met je kapsel experimenteren. Ons uitgangspunt is dat de hoofddoek wel de uitstraling heeft van ‘iets extra’s’, maar de drager niet veel spelden en tijd nodig heeft om de doek om te doen.’
   De twee moslima’s geven toe dat je stevig in je schoenen moet staan om iets te willen veranderen. ‘Niet iedereen zal je ontwerpen mooi vinden’, aldus Fatima. ‘Wij krijgen soms ook commentaar. Sommige moslima’s vinden het een ‘circus’, ze houden meer van traditionele hoofdbedekking.’
   
   Inmiddels heeft SpeeSjaal –naast talloze manieren van het stylen van een hoofddoek- drie eigen ontwerpen. Een daarvan is het spijkermutsje. ‘We dragen wel spijkerbroeken, maar er bestond nog geen bijpassende spijkerstof hoofddoek’, aldus Manon over het ontstaan van het ontwerp. Het SpeeSjaal-spijkermutsje kan zowel met hoofddoek (voor de moslima) als zonder hoofddoek worden gedragen. ‘Bijvoorbeeld door vrouwen die last hebben van haaruitval’, aldus Fatima.
   De Art-Deco en Autumn hoofddoeken zijn van hetzelfde ontwerp. Fatima: ‘Het is een soort hoedje dat je makkelijk op je hoofd kunt zetten. Aan het hoedje zit een zakje waar je je haar in kunt doen.’ Aan weerszijden van het hoedje zitten doeken die je, naar eigen wens, los of strak om je hoofd kunt draperen. ‘Ik ben goed in conceptueel denken, minder in werken op een naaimachine’, aldus Fatima. ‘Daarom tekenen we altijd onze ideeën uit, en laten iemand anders het naaien.’

6. Profileer jezelf

   Fatima en Manon hebben geen winkel waar ze hun eigen ontwerpen en hoofddoekstyling presenteren, maar je kunt wel terecht op hun kantoor/workshopruimte aan de Jacques Veltmanstraat 463 in Amsterdam. Manon: 'Je kunt hier op afspraak terecht voor zowel individueel advies als voor workshops (maximaal 6 personen). Natuurlijk zijn er ook doeken en accessoires te koop, waaronder allerlei (zelf samen te stellen) setjes, ons eigen ontwerp en bijvoorbeeld Capsters en Bourkini's.'
   
   Core business van de dames van SpeeSjaal is het geven van workshops in hoofdbedekking, door het hele land. Fatima: ‘Door het geven van workshops, bouwen we bruggen. Onwetendheid over de hoofddoek brengt veel negativiteit met zich mee. Nu kunnen we bij dames de hoofddoek omdoen en gelijk een babbeltje maken. We noemen onze workshops niet voor niks ‘Tissue’, ‘Ingewikkeld’ en ‘Uit de doeken doen’.' Manon: ‘Voor ons is de hoofddoek echt een communicatiemiddel geworden.’

Do's

• Blijf in jezelf geloven. Als modeontwerper zul je ook negatieve commentaren krijgen.

Bron