Hoe voorkom ik dt-fouten
Document acties
- Tijdshoeveelheid 4 uren
- Moeilijkheidsgraad: goed te doen
Benodigdheden
- Pen en papier
- Computer met internet
Stappen
-
Ken de stam van een werkwoord
Een van de grammaticaregels die je moet weten als je d's en t's correct wil schrijven is de stam van een werkwoord. In het overgrote deel van de gevallen is dat het hele werkwoord min -en. Dus de stam van 'werken' is 'werk'. Vaak is de stam ook de ik-vorm maar niet altijd! In sommige gevallen is de stam iets anders geschreven, bijvoorbeeld de stam van 'dragen' is 'drag' en van 'leven' is 'lev'. Zorg dat je altijd de stam van een werkwoord kunt vinden.
-
Voeg nooit een d toe in de tegenwoordige tijd
Regel één voor dt luidt: werkwoorden in de tegenwoordige tijd krijgen NOOIT een d extra!
De tegenwoordige tijd is alles dat nu gebeurt. Let op de 't' in gebeurt! Een werkwoordsvorm in de tegenwoordige tijd kan dus alleen op een d eindigen als in de stam een d staat.
Wat is de stam van 'gebeuren'? Juist, 'gebeur', gewoon -en weglaten. Staat er een d in deze stam? Nee. Moet er dan een d staan als je het woord in de tegenwoordige tijd gebruikt? Nee. Dus is het: 'alles dat nu gebeurt'. Met een t.
-
Voeg nooit een t toe aan ik
Regel twee: de ik-vorm van een werkwoord is altijd enkel de stam van het werkwoord. Daar hoort NOOIT een t bij!
Als de stam van het werkwoord niet op een t eindigt kan de ik-vorm dus ook nooit op een t eindigen. Je vindt het waarschijnlijk logisch om te schrijven: 'ik loop'. Dan is het ook logisch om te schrijven: 'ik word'. Zonder t!
-
Gebruik een hulpje
Voor het toepassen van de vorige regels in normale zinnen in de tegenwoordige tijd kun je een hulpje gebruiken. Vervang het werkwoord dat je wilt gebruiken eens door het werkwoord 'werken', ook al klopt de zin dan niet meer. Een voorbeeld:
-
Ik word morgen dertig jaar
-
Ik werk morgen dertig jaar
Achter 'Ik werk' komt geen t, dus waarom zou je achter 'Ik word' wel een t plaatsen?
-
Hij wordt altijd naar school gebracht
-
Hij werkt altijd naar school gebracht
'Hij werkt' is logisch met een t. Daarom eindigt 'Hij wordt' ook op een t.
Nog een voorbeeld (leg aan jezelf uit waarom word hier zonder t is):
-
Word jij nooit moe?
-
Werk jij nooit moe?
-
-
Weet wat de verleden en voltooide tijd is
Kort door de (grammaticale) bocht: de verleden tijd is: 'ik werkte'; de voltooide tijd is: Ik heb/had gewerkt. Een voltooide tijd kun je altijd herkennen aan de aanwezigheid van een hulpwerkwoord zoals heb, is, had of was. Het werkwoord zelf begint vaak met ver-, ge- of be-.
Behalve het herkennen van een voltooide tijd is de moeilijkheid vaak dat je niet hoort of er een t of een d op het einde staat, bijvoorbeeld bij 'het is verbrand'.
-
Gebruik weer een hulpje
Om te bepalen of er een d of een t achter het voltooide deelwoord moet, kun je het beste kijken naar de gewone verleden tijd van dat werkwoord. Bijvoorbeeld de verleden tijd van 'het is verkocht' is 'wij verkochten'. Daarbij hoor je duidelijk een t. Dus is 'het is verkocht' ook met een t.
Nog een voorbeeld: 'het is verbrand' vervang je even door: 'wij verbrandden'. Je hoort duidelijk een d dus is 'het is verbrand' ook met een d.
Onthoud: de voltooide tijd is NOOIT met dt!
Een ander ezelsbruggetje is om van het voltooid deelwoord waar je de t of d van zoekt een bijvoeglijk naamwoord te maken. Bijvoorbeeld: 'het huis is verbrand' wordt dan: 'het verbrande huis'. Daar hoor je duidelijk een d, dus 'is verbrand' is ook met een d.
-
Voor de liefhebber: 't kofschip
In plaats van de bovenstaande twee trucs kun je ook het ezelsbruggetje gebruiken dat velen vroeger op school hebben geleerd: 't kofschip. Dat is een ezelsbruggetje om te bepalen of er een t of een d achter een voltooid deelwoord komt. De officiële regel die ten grondslag ligt aan dit ezelsbruggetje luidt:
-
Als de stam eindigt op een stemhebbende klank, moet er een 'd' volgen omdat die ook stemhebbend is. Als de stam eindigt op een stemloze klank moet er een 't' volgen omdat die ook stemloos is.
Om te bepalen wat een stemhebbende klank is of niet gebruik je 't kofschip. Alle medeklinkers uit 't kofschip zijn namelijk stemloos. Eindigt de stam van het werkwoord dat je wilt vervoegen op een van de letters uit 't kofschip, dan moet je dus vervoegen met een t.
-
-
Geef een bevel
Een bevel zoals: 'zwijg!' is enkel de stam van het werkwoord. Een bevel eindigt alleen op een t of d als de stam op een t of d eindigt. Een bevel eindigt dus NOOIT op dt.
De regel waarbij er een t achter de stam moest worden gevoegd (Zwijgt!) is zeer ouderwets en wordt niet meer toegepast.
-
Oefen de ezelsbruggetjes
Oefen alle hulpjes die we hebben gegeven zo vaak mogelijk, bijvoorbeeld met de woorden uit deze tekst en bij alles wat je schrijft. De kans is groot dat het snel automatisch gaat en je nog maar weinig fouten maakt met d's en t's.
Do's
- Veel oefenen met de ezelsbruggetjes
Don'ts
- Werkwoord in de tegenwoordige tijd een d extra geven
- De ik-vorm van een werkwoord een extra t geven
- De voltooide tijd met dt schrijven
- Een bevel met dt schrijven