
Hoe bak ik een appeltaart
Document acties
- Tijdshoeveelheid 3 uren
- Moeilijkheidsgraad: goed te doen
Benodigdheden
- 175 gram Roomboter, in kleine blokjes
- 150 gram Lichtbruine basterdsuiker, gezeefd
- 300 gram Zelfrijzend bakmeel, gezeefd
- Rasp van 1 (biologische) citroen
- 2 eierdooiers
- Mespunt zout
- 1 – 1,5 kilo stevige appels, bijvoorbeeld Goudrenetten of Jonagolds
- 50 gram rozijnen of krenten, geweld
- 50 gram ongezouten noten (bijvoorbeeld walnoten), grof gehakt
- 1 eetlepel kaneel
- 4 eetlepels kristalsuiker
- Bloem, om het aanrecht en de deegroller mee te bestuiven
- Boter, om de springvorm mee in te vetten
- 0,5 Eetlepel custardpoeder
- Stevig mes, bijvoorbeeld een koksmes
- Grote, stevige mengkom
- Kommen, voor het splitsen van eieren en het mengen van de taartvulling
- Keukenweegschaal
- Zeef
- Rasp
- Schort
- Plastic folie
- Oven, voorverwarmd op 175 °C
- Kookwekker
- Schilmesjes
- Bakpapier
- Deegroller
- Springvorm van 24 cm doorsnede
- Kwastje, om de taart mee in smeren
- Vork
- Mixer met deeghaken of keukenmachine (optioneel)
- Pannenkoekmes (optioneel)
Stappen
-
Doe boter, suiker en bloem in een kom
De kunst van een lekkere appeltaart bakken schuilt met name in het maken van een knapperig en compact deeg. Dit doe je door de juiste hoeveelheden te gebruiken, de verschillende ingrediënten goed te mengen en het deeg lang genoeg te laten rusten. Zeker wanneer je geen ervaren taartbakker bent, is het verstandig om recepten nauwkeurig te volgen.
Appeltaart wordt gemaakt van zogenaamd boterdeeg. Een van de belangrijkste bestanddelen daarvan is - de naam zegt het al – boter. Goed voor de lijn is het niet, maar bij het bakken van een klassieke appeltaart is het gebruik van echte boter oftewel roomboter vereist. Omdat je de boter moet mengen met de overige ingrediënten, mag de boter niet te hard zijn. Je kunt de boter het beste een half uur voordat je begint met bakken uit de koelkast halen en zo langzaam op kamertemperatuur laten komen. Snijd vervolgens een stuk van 175 gram af en hak dat in kleine blokjes.
Naast boter vormen suiker en bloem de andere hoofdbestanddelen van het deeg. Je kunt het beste basterdsuiker gebruiken; dat heeft een veel fijnere structuur dan kristalsuiker en laat zich daardoor beter mengen. Het enige nadeel van basterdsuiker is dat het in de verpakking soms kan gaan klonten. Haal de basterdsuiker daarom eerst door een zeef voordat je het met de overige ingrediënten in de beslagkom doet. Voor het maken van 1 appeltaart heb je 150 gram basterdsuiker nodig. Ook de bloem moet je eerst zeven voordat je deze toevoegt aan het beslag. Anders kunnen er namelijk klonten ontstaan en zal je appeltaart waarschijnlijk niet erg luchtig worden. Je kunt tarwebloem gebruiken, maar zelfrijzend bakmeel (300 gram) is ook een goede optie. Dat is namelijk een mix van bloem en bakpoeder. Dat laatste heeft een rijzende werking en komt de luchtigheid van je taartdeeg dus ten goede. -
Voeg citroenrasp, zout en ei toe
Je kunt pas met het mengen beginnen als je ook citroenrasp, een eidooier en zout hebt toegevoegd. Omdat je de schil van de citroen verwerkt in het deeg, kun je het beste een biologisch geteelde citroen gebruiken. Dan is de kans het kleinst dat de schil bestrijdingsmiddelen bevat. Was de citroen en rasp vervolgens de schil. Voeg de rasp toe aan de andere ingrediënten in de beslagkom.
Voor het deeg heb je ook een eidooier nodig. Het is dus zaak een ei te splitsen. Splitsen doe je met behulp van twee of drie roestvrijstalen of glazen kommen. Voeg de dooier toe aan de andere ingrediënten in de beslagkom. Doe tot slot een mespunt zout bij het geheel. -
Kneed het deeg
Als alle benodigde ingrediënten in de kom zitten, kun je beginnen met kneden. Omdat je bij het kneden je hele handen gebruikt, is het belangrijk dat je alle sieraden (ringen, horloge e.d.) afdoet en je handen van tevoren goed wast. Meng eerst alle ingrediënten rustig. Ga hiermee door totdat er deegkruimels zijn ontstaan en de verschillende ingrediënten niet meer te herkennen zijn. Nu is het tijd voor het serieuze kneedwerk. Met de palm van je hand kneed je de deegkruimels tot een zachte, grote bal. Het is belangrijk dat je snel te werk gaat; als het kneden langer dan 4 – 5 minuten duurt, wordt het deeg taai. Wikkel de bal vervolgens in plastic folie en leg hem in de koelkast. Laat het daar minimaal een uur rusten. Deze rustpauze is bepalend voor de kwaliteit van het deeg; een goede koeling voorkomt dat het deeg te veel krimpt als het de hete oven in gaat.
Deeg kneden is best een zwaar werkje. Wil je je kookkrachten sparen, dan kun je de hulp inschakelen van de mixer of keukenmachine. Plaats op de mixer de zogenaamde deeghaken en meng op een lage stand de ingrediënten. Blijf dit doen tot het deeg een eenheid vormt. Kneed de grote stukken deeg vervolgens met de hand tot een bal.
Als je deeg wilt kneden met een keukenmachine, kun je het beste een metalen sikkelmes gebruiken. Alle ingrediënten doe je logischerwijs in de keukenmachine, die je vervolgens op een lage stand laat draaien. Het echte kneedwerk doe je met behulp van de pulseknop. Stop de machine zodra een bal is ontstaan.
Nadat je het deeg in de koelkast hebt gelegd om te rusten, kun je de oven voorverwarmen op 175 ° C. -
Schil en snijd de appels in stukken
Een belangrijk ingrediënt van appeltaart is – je raadt het al – appel. Niet iedere appelsoort is geschikt om een taart van te bakken. Het beste is om stevige appels te gebruiken zoals Goudrenetten, Jonagolds of Elstars. Bij deze soorten worden de appels geen moes als je ze in blokjes snijdt en verwarmt, maar behouden ze hun vorm. Wat wel zo fijn is; als je appelmoes wilt eten, maak je dat wel en bak je geen appeltaart. Voor 1 appeltaart heb je 1 – 1,5 kilo appels nodig. Schil de appels en snij ze in vieren. Verwijder vervolgens het klokhuis en snij de kwarten in niet al te kleine blokjes. Doe de blokjes in een kom.
-
Wel de rozijnen en hak de noten
Een klassieke appeltaart is er een met een rijke vulling. Behalve appels gaan er ook rozijnen of krenten in en stukken noot. Het is aan jou om te bepalen waarmee je de appeltaart precies vult. Krenten zijn bijvoorbeeld wat droger en zuurder van smaak dan rozijnen. Wat je ook kiest, wel de gedroogde vruchten van tevoren in een bakje met lauw water. Doe de rozijnen of krenten in de kom bij de stukjes appel.
Ook qua noten valt er genoeg te kiezen en te variëren. Walnoten zijn erg lekker in een appeltaart, maar amandelen en hazelnoten gaan eveneens goed samen met appel. Je kunt ook een mix van noten maken. Let er bij het kopen van de noten wel op dat ze ongezout zijn. Hak de noten grof en voeg ze toe aan de stukjes appel.
Schep de stukjes appel, rozijnen en noten tot slot om met kaneel en kristalsuiker. Zorg dat alle ingrediënten goed met elkaar zijn vermengd. De vulling van de appeltaart is nu klaar. -
Rol het deeg
Beboter de springvorm. Let er vooral op dat de randen goed vettig zijn.
Als het deeg lang genoeg ‘gerust’ heeft, kun je het uit de koelkast en plastic folie halen. Je hebt ongeveer ¾ nodig voor de bodem en de rand van de taart. Een kwart gebruik je voor de bovenkant. Als je geen ervaren taartenbakker bent, kan het rollen van het deeg best een lastig karwei zijn. Je kunt het jezelf makkelijker maken door het deeg uit te rollen tussen twee grote vellen bakpapier. Op die manier voorkom je dat het deeg blijft plakken aan de deegroller. Haal het bovenste vel bakpapier wel af en toe weg, zodat geen vouwen in het deeg ontstaan. Als je zonder bakpapier werkt, is het belangrijk dat je het aanrecht en de deegroller goed bestuift met bloem.
Pak de deegroller aan de uiteinden vast en rol rustig over het deeg. Ga niet op de deegroller duwen, maar probeer je krachten gelijkmatig te verdelen. Blijf rollen totdat je een lap deeg hebt met een dikte van 3 – 5 mm. Om te voorkomen dat het deeg aan het werkblad of aanrecht vastkleeft (wanneer je geen bakpapier gebruikt), kun je af en toe een pannenkoekmes onder het deeg doorhalen. Heb je zo’n mes niet in huis, rol het deeg dan uit op een vel bakpapier. Om de lap deeg in zijn geheel in de springvorm te krijgen, rol je het tot halverwege over de deegroller. Vervolgens ontrol je de plak dan weer boven de springvorm. Met je handen druk je het deeg tegen de bodem en de zijkanten van de ring. Het teveel aan deeg verwijder je door met de deegroller over de bovenkant van de springvorm te rollen. Het overtollige deeg hangt dan over de rand en kun je gemakkelijk met je hand afbreken. -
Vul de taart
Om te voorkomen dat al je secure kneden en rollen voor niets is geweest, kun je wat custardpoeder over de bodem strooien voordat je de taart vult. Custardpoeder helpt namelijk tegen een vochtige bodem en geeft je taart meteen een lekkere zoete smaak. Als je niet van custard houdt, kun je ook paneermeel gebruiken of een beschuit verkruimelen. Verdeel vervolgens het appelmengsel over de bodem.
-
Maak een raster
Kenmerkend voor een klassieke Hollandse appeltaart, is het raster van deegreepjes aan de bovenzijde. Ook hiervoor moet je in de weer met de deegroller. Rol het deeg uit op een vel bakpapier of op een met bloem bestoven werkblad. Als je een lap hebt van 3 – 5 mm dik, kun je met een mes dunne lange reepjes snijden. Leg de reepjes vervolgens in een ruitmotief op de taart. Let er op dat de vulling tussen het raster nog zichtbaar blijft.
-
Bestrijk de bovenkant met eigeel
Je appeltaart krijgt een mooi bruine glans als je de bovenkant insmeert met eigeel. Het is dus zaak een ei te splitsen. Splitsen doe je met behulp van twee of drie roestvrijstalen of glazen kommen. Klop de dooier eerst even met een vork los voordat je hem op de taart smeert.
En dan moet je de oven zijn werk laten doen. Het duurt ongeveer een uur voordat de appeltaart gaar en goudbruin is. Eventjes laten afkoelen, in stukken snijden, dot slagroom erbij en genieten maar!
Do's
- Gebruik stevige appels zoals Goudrenetten; die behouden het beste hun vorm.
- Laat het deeg lang genoeg rusten voordat je begint met het uitrollen ervan; een goede koeling voorkomt dat het deeg te veel krimpt als het de hete oven in gaat.
- Bestuif de deegroller en het werkblad goed met bloem; zo voorkom je dat het deeg blijft plakken.
- Vul de taart eens met andere ingrediënten; een laagje amandelspijs en gehakte amandelen zijn ook lekker voor in een appeltaart. Net zoals stukjes gedroogde abrikoos of dadel. Of gebruik gemberpoeder en kardemon in plaats van kaneel.
Don'ts
- Plak de reepjes deeg niet te dicht op elkaar; dan is de vulling niet meer zichtbaar.
- Snijd de taart niet als die nog gloeiend heet is, net uit de oven komt; de kans is groot dat de taart dan uit elkaar valt.
- Warm een punt appeltaart niet op in een magnetron; het deeg wordt dan taai en zacht.
appeltaart