Hoe kan ik netjes de tafel dekken
Document acties
- Tijdshoeveelheid 20 minuten
- Moeilijkheidsgraad: goed te doen
Benodigdheden
- Molton onderkleed
- Schoon, linnen tafelkleed, gestreken en gevouwen
- Onderborden
- Gepoetst bestek
- Gepoleerde glazen
- Tafeldecoraties
- Kaarsen
Stappen
-
Ken de termen
Bij het tafeldekken ga je uit van een standaardcouvert of een uitgebreid couvert. Het Franse woord couvert slaat op alles wat op tafel staat per gast, voordat de gerechten worden uitgeserveerd. Bestek dus, en glazen, servet en een deel van het servies. Een standaardcouvert gebruik je voor een maaltijd met soep, hoofdgerecht en dessert en heeft 1 groot mes, 1 grote vork, 1 soeplepel, 1 dessertvork, 1 dessertlepel, 1 wijnglas, 1 waterglas en 1 servet. Heb je meer gangen, waarbij je ook steeds een andere wijn serveert, dan heb je meestal 1 groot mes, 1 klein mes, 1 vismes, 1 soeplepel, 1 grote vork, 1 kleine vork, 1 dessertvork, 1 dessertlepel, een broodbordje met 1 broodmesje, 1 glas voor witte wijn, 1 glas voor rode wijn, 1 servet, 1 onderbord.
-
Dek de tafel met een molton onderkleed en tafellaken
Leg eerst een molton onderkleed op tafel, dit dempt en beschermt het tafellaken en de tafel tegen kringen. Niet alleen staat alles op tafel een stuk steviger, je tafellaken ligt er ook strakker op. Gebruik daarna een smetteloos schoon, gestreken en strak gevouwen linnen tafellaken, liefst in wit of een lichte kleur. Dat laken moet aan alle kanten ongeveer 30 centimeter overhangen. De middenvouw ligt met de bolle kant naar boven, precies in het midden. Bij een ronde tafel komen de punten van het tafellaken boven de poten.
-
Plaats de onderborden
Door de onderborden te plaatsen, kun je uitkienen hoe je de gasten plaatst en wat het midden van elk couvert wordt. Reken zo’n 80 centimeter vanaf het midden van het bord tot het volgende bord. Zorg dat de stoelen ruim van elkaar staan, zodat iedereen genoeg ruimte heeft. Controleer of er geen stoelen voor tafelpoten staan. Plaats onderborden op ongeveer een vingerbreedte van de tafelrand en recht tegenover elkaar. Bij een staatsbanket van de koning lopen de lakeien met een meetlatje langs de tafel, maar dat is niet verplicht.
-
Leg het bestek neer
Je legt het bestek van binnen naar buiten neer. Dus het bestek voor het hoofdgerecht het dichtste bij het onderbord. Voor een uitgebreid diner dek je maximaal vier bestekken in, meer wordt onoverzichtelijk. Serveer je dus meer gangen, dan leg je het bestek daarvoor tijdens de maaltijd nog bij. Begin met het grote mes en de grote vork, evenwijdig aan het bord, en zorg ervoor dat deze precies naar het bestek aan de andere kant van de tafel wijst. Het mes komt rechts, met de snijkant naar binnen, de vork links. Daarna werk je naar buiten toe: vismes, soeplepel (bolle kant beneden) en het kleine mes. Links komen de vorken. Voor het oog ziet het er beter uit als je de tweede vork iets naar achteren legt.
Als laatst leg je het dessertbestek overdwars achter het onderbord. Heb je voor het dessert zowel lepel en vork nodig, dan ligt de vork direct achter het bord en de lepel daar weer achter. Het heft van de vork wijst naar links en die van de lepel naar rechts.
-
Plaats broodbordje en botermesje
Het broodbordje komt altijd links van het bord, iets naar achteren geschoven. Het botermesje ligt op de rechterhelft van dat bordje, met de snijkant naar links. Het ligt evenwijdig aan het grote mes rechts.
-
Plaats de glazen
Als je meerdere wijnen bij het diner schenkt, komt het wijnglas voor het hoofdgerecht recht achter de punt van het grote mes. Het kleinere glas voor de witte wijn staat daar schuin (met een hoek van 45 graden) voor, het (eventuele) champagne glas schuin (ook weer met een hoek) achter. Het glas dat het eerst gebruikt gaat worden, staat het dichtst bij de gast.
-
Leg de servetten neer
Gebruik bij voorkeur smetteloos schone linnen servetten. Ze liggen links van de vork, rechthoekig gevouwen of in een servetring gestoken. Je kunt ze ook in een mooie vorm vouwen en op het bord plaatsen.
-
Plaats garnituur en tafeldecoratie
Zet zout en peper op tafel, en een naamkaartje, als je dat wilt. De versiering op tafel moet passen bij het soort bijeenkomst en de gelegenheid en is nooit te overdadig. In ieder geval niet zo dat gasten die tegenover elkaar zitten elkaar niet meer kunnen zien. Wil je bloemen op tafel zetten, dan gebruik je dus lage vazen of vlakke schalen. En uiteraard gebruik je geen sterk geurende bloemen die het eten kunnen overstemmen. Zet je kaarsen neer, dan doe je hetzelfde: laat ze het zicht niet belemmeren. Zet ze stevig neer.
Do's
- Gebruik alleen brandschone, gepoleerde glazen en opgepoetste borden en bestek.
Don'ts
- Dek niet meer dan voor vier gangen bestek in.
- Zet geen bloemstukken of kaarsen neer die je gasten het zicht kunnen belemmeren.