Hoe gedraag ik me in een sterrenrestaurant
Document acties
- Tijdshoeveelheid 1 dag
- Moeilijkheidsgraad: goed te doen
Benodigdheden
- Pc met internetverbinding
- Verzorgde outfit
- Schone handen, nagels en haar
- Goede eetlust
- Uitnodiging (bij een formeel diner)
- Dinerpartner(s)
- Gespreksstof voor tijdens het diner
- Portemonnee met bankpas en/of creditcard
- Telefoon (optioneel als je degene bent die moet reserveren)
Stappen
-
Weet waar je gaat dineren
Veel restaurants hebben hun menu- en wijnkaart op hun website staan. Maak daar handig gebruik van door thuis alvast de kaart door te nemen. Je kunt dan op je gemak bekijken welke gerechten je kent en welke niet en wat de specialiteiten zijn. Je voorkomt zo dat je eindeloos veel vragen moet stellen aan de ober of dat je per ongeluk iets bestelt wat je niet lust of – nog erger – waar je allergisch voor bent. Bovendien kun je meteen opzoeken hoe je er het beste kunt komen; een routebeschrijving staat meestal eveneens op de site. Verschijn je in ieder geval op tijd op je sterrendiner.
Mocht je de initiatiefnemer van het etentje zijn, dan kun je gelijk reserveren. Zomaar binnenvallen of aanschuiven is bij een sterrenrestaurant (meestal) niet mogelijk. -
Dress up
Een diner in een sterrenrestaurant is van een ander kaliber dan het nuttigen van de daghap in het eetcafé om de hoek. De meeste van ons gaan slechts een enkele keer naar een sterrenrestaurant. Oftewel: het is een bijzondere gelegenheid. Kleed je daar dan ook naar. Zorg er in ieder geval voor dat je kleding schoon, ongescheurd en passend is. Hou er bij het kiezen van een outfit rekening mee dat je lange tijd aan tafel zult zitten. Een rok die de neiging heeft om nogal omhoog te kruipen, is bijvoorbeeld niet zo’n goede keuze. Je nagels en haar moeten ook om door een ringetje te halen zijn. En een lekker luchtje kan nooit kwaad. Als je bent uitgenodigd voor het diner, vraag dan aan de gastheer wat de kledingvoorschriften zijn. Zeker als het etentje ter ere is van een speciale gebeurtenis – bijvoorbeeld een verloving - is het verstandig om vooraf te informeren naar de kledingwensen.
-
Maak een goede entree
Niet alleen je tafelgenoten rekenen op je komst, het restaurantpersoneel ook. Zorg daarom dat je op tijd bent. Bij binnenkomst zal het personeel je uit je jas helpen en deze en de bijbehorende attributen - zoals handschoenen en paraplu – in de garderobe opbergen. Het is handig om waardevolle spullen of spullen die je tijdens het diner nodig hebt, bij je te steken. Handtassen mogen ook mee naar tafel, maar dames let op: ze mogen niet op tafel en evenmin aan de stoel worden gehangen. Mocht het bedienend personeel geen plekje voor je tas aanwijzen, plaats ‘m dan op de grond en enigszins onder je stoel zodat niemand er over struikelt. Als je straks op een bepaald tijdstip moet vertrekken, kun je dit het beste nu aan het personeel melden. Bij het bereiden en serveren van het diner wordt dan met je gewenste vertrektijd rekening gehouden.
-
Vind je plek aan tafel
Waar je moet plaatsnemen hangt af van de grootte van het gezelschap en of je bent uitgenodigd voor een informele of formele gelegenheid. Bij formele gelegenheden wordt het je soms makkelijk gemaakt doordat naamkaartjes op tafel aangeven waar je moet zitten. Staan die er niet, let dan op waar de gastheer en/of gastvrouw plaatsnemen. Dit is meestal aan het hoofd van de tafel. Als je een goede bekende (een intimi) bent van de gastheer of gastvrouw, kan het zijn dat jij een van de eregasten bent. Meestal weet je het wel als dit het geval is. Mannelijke eregasten zitten rechts van de gastvrouw, vrouwelijke eregasten zitten links van de gastheer. Verder is het zo dat mannen en vrouwen altijd om en om aan tafel zitten en dat stellen worden gescheiden. Heb je (eindelijk) je plek gevonden, plof dan niet zomaar neer. Ga pas zitten als de gastheer en/of gastvrouw en de eregasten plaats hebben genomen. De dames onder ons moeten niet schrikken als het bedienend personeel hen helpt bij het plaatsnemen; de stoel aanschuift. Grote kans dat de ober ook het servet op de schoot van alle gasten zal leggen.
-
Weet wat je bestelt
Voordat je de menukaart krijgt te zien, wordt er eerst een aperitief geserveerd. Als er getoost is en de eerste slokken zijn genomen, zal de ober de menukaart brengen en het menu toelichten. Meestal vertelt hij of zij dan over de specialiteiten van die dag. Roepen bepaalde gerechten of omschrijvingen op de kaart vragen op, aarzel dan niet om de hulp in te schakelen van de ober. Zeg gewoon wat je niet begrijpt. Als je het moeilijk vindt om zelf een menu samen te stellen, kun je je laten adviseren. Een diner in een sterrenrestaurant bestaat namelijk niet uit één gang, maar uit meerdere en voor het eetgenot is het van belang dat de gangen qua smaken op elkaar aansluiten. Een gebruikelijke volgorde van gangen is: brood, soep, salade, sorbet of tussengerecht (bedoeld om de smaakpupillen te neutraliseren), hoofdgerecht en het dessert.
Heb je je keuze gemaakt? Hartstikke fijn, maar begin niet meteen je bestelling te roepen als de ober weer aan je tafel verschijnt. De gastheer geeft als eerste zijn keuze door. En wil je het helemaal volgens het etiquette doen, dan vertel je je keuze aan de gastheer en laat je hem voor je bestellen. -
Bestel de juiste wijn
Behalve een uitgebreide en een bijzondere menukaart, heeft een sterrenrestaurant ook een serieuze wijnkaart. Kom je er zelf niet uit, aarzel dan niet om de hulp in te schakelen van de sommelier (wijnkelner). Hij kan op basis van de uitgekozen gerechten een wijn adviseren of een wijnarrangement voor je samenstellen. Je krijgt dan bij iedere gang een bijpassende wijn. Geef aan wat je ongeveer wilt, ook qua budget. Laat de rest aan hem over. Zelf een wijn kiezen, mag vanzelfsprekend ook. Je kunt ter voorbereiding de Hoedoe 'Hoe bestel en proef ik wijn in een restaurant' lezen.
Overigens is het natuurlijk niet verplicht om wijn bij het eten te drinken. Als je de voorkeur geeft aan een andere drank (alcoholisch of non-alcoholisch) is dat ook geen probleem. Laat je ook dan adviseren; een glaasje sinas bij een wildgerecht is niet echt een fantastische combinatie. -
Begin op het juiste moment met eten
Je begint pas met eten als de gastheer of –vrouw begint. Soms wordt er eerst een toast uitgebracht voordat de eerste hap wordt genomen. Ook tijdens het eten blijft het servet op je schoot liggen. Dus niet bovenaan in je blouse of overhemd gestopt. En omhangen is al helemaal uit den boze. Het mag misschien reuze handig zijn als bescherming tegen het spetteren, maar het ziet er niet uit. Je servet komt alleen van je schoot af als je gedurende het diner je mond (discreet) wilt afvegen.
-
Breek het juiste brood
Het eerste wat je meestal krijgt voorgeschoteld, is brood. Omdat iedereen aan tafel brood krijgt, staat er zowel links als rechts van je een schaaltje met brood. Gris niet in het wilde weg, maar neem het brood dat links van je staat. Ook al ligt er een mes bij, brood snij je niet; je breekt het met je handen. Het mes gebruik je voor de boter. Het is overigens niet de bedoeling dat je een broodje of snee in een keer helemaal besmeert. Dit doe je per stukje dat je afbreekt.
-
Voorkom botsingen met de bediening
Omdat je niet wilt dat je sterrenmaaltijd op jouw schoot of die van je buurman of –vrouw belandt, is het handig om te weten wat aan welke kant wordt geserveerd. Erg ingewikkeld is het niet; eten komt van links en drank van rechts. Er is slechts één uitzondering en dat is de soep; die wordt vanaf rechts opgediend.
-
Gebruik het juiste glas
Bij meerdere gangen horen ook meerdere dranken. Doorgaans staan er bij ieder bord dan ook vijf glazen op tafel. De glazen staan altijd rechts boven de messen. Als eerste gebruik je het sherry- of aperitiefglas, dit staat het meest rechts. Vervolgens drink je uit het witte wijnglas, dat naast (aan de linkerkant) het aperitiefglas staat. Daarna is het de beurt aan het rode wijnglas. Dit glas staat achter het witte wijnglas en is groter zodat de rode wijn kan ‘ademen’. Glas nummer vier is het waterglas. Dit is het grootste glas en staat gebruikelijk recht boven het tafelmes zodat je het ten alle tijden makkelijk kunt pakken. Tot slot staat rechts achter het waterglas het ranke champagneglas. Dit glas gebruik je bij het dessert.
-
Gebruik het juiste bestek
Meerdere gangen betekent ook verschillende soorten bestek. De verzameling messen en vorken kan op het eerste gezicht nogal verwarrend en intimiderend aandoen. Wanhoop niet; als je van buiten naar binnen werkt, ben je al een heel eind op weg. Vorken liggen altijd links van het bord en messen rechts. De soeplepel ligt naast de messen. Uitzonderingen zijn de oester- en visvork en de dessertlepel en –vork. De oester- of visvork ligt rechts naast de soeplepel (dus niet aan de linkerkant bij de andere vorken) en de dessertlepel en –vork liggen bovenaan je bord. Afhankelijk van je keuze, kun je gedurende het diner nog extra bestek krijgen. Bijvoorbeeld een scherp mes om steak me te snijden of een tang waarmee je slakken kunt eten.
-
Eet beschaafd
Wat je ook aan tafel doet, hou altijd in je achterhoofd dat je niet thuis bent maar in een openbare gelegenheid, in gezelschap met andere mensen. Niet alleen voor jou, maar ook voor hen moet het diner een feestje zijn. Dat betekent dat je altijd bestek gebruikt om te eten(dus nooit met je handen!). De vork neem je in je linkerhand en gebruik je om het voedsel aan te prikken en naar je mond te brengen. Het mes neem je in je rechterhand en gebruik je om te snijden of om voedsel op je vork te plaatsen. Tijdens het eten rusten je polsen op de tafelrand. Ellebogen komen er niet aan te pas; we gaan niet hangen aan de dinertafel.
Prakken, husselen en stapelen doen we ook niet. Je schuift simpelweg alles op je vork of prikt het van je bord af. Haast heb je tijdens een sterrendiner niet – voor een snelle hap ga je naar de snackbar. Je neemt dus geen grote happen, maar kleine. Niet alleen geniet je dan meer, maar een gesprek voeren tijdens het diner is ook eenvoudiger. Je hebt sneller je mond leeg waardoor je iets kunt zeggen tegen je buurman of –vrouw. Open echter pas je mond als die helemaal leeg is! Niets is zo onsmakelijk om tegen fijngekauwde etensresten van je buurman of –vrouw aan te kijken. ‘Ach, jij hebt toch de langoustine met lavendelmayonaise besteld.’
Soms is een maaltijd te warm om direct te eten. Ga niet als een gek blazen, maar wacht rustig tot het een beetje is afgekoeld. Rust moet je ook bewaren bij het opscheppen en het kruiden van eten. Het is niet nodig om je bord tot de rand toe te vullen; er is genoeg voor iedereen. Je kunt altijd nog een tweede keer pakken. Laat echter wel altijd wat liggen; eet een schaal nooit helemaal leeg. Grijp ook niet direct naar het peper en zout; het lijkt net alsof je totaal geen vertrouwen hebt in de kookkunsten van de koks. Proef eerst voordat je begint met strooien.
Wanneer je klaar bent met een gang, leg je mes en vork naast elkaar. Neem daarbij de cijfers van een klok in gedachte en plaats je mes en vork zo dat de punt van het mes in de richting van de 10 wijst en het uiteinde in de richting van de 4.
Aangeven dat je even een eetpauze inlast, doe je door je bestek kruiselings op het bord te leggen: de vork wijst met de tanden naar de 2 en het mes met de punt naar 10. -
Eet ook ‘lastige’ gerechten beschaafd
Oester, krab, kreeft: ze zijn heerlijk, maar hoe eet je ze zonder enorme slurp- en knoeipartijen? En wat te doen als een kwartel of een fazant op je bord belandt? Ook bij dit soort ‘lastige’ gerechten geldt: eet beschaafd. Gebruik zo veel mogelijk het bestek. Schakel als je niet weet hoe te beginnen, de hulp in van je tafelgenoten. Meer ervaren eters zullen je graag advies geven. Of vraag het aan de ober. Dit is helemaal niet raar of stom. Stom zou zijn als je een zorgvuldig bereidde kreeft niet of nauwelijks kunt proeven omdat je niet weet hoe je ‘m moet eten. Vraag dus gewoon om uitleg.
Verder geldt: bij gevogelte kun je het beste proberen om de gewrichten eerst los te trekken. Pak vervolgens pootjes en vleugels vast bij een uitstekend bot en kluif het vlees met je handen (dus niet gaan happen!). Leg alle botjes aan één kant van je bord.
Bij kreeft en krab zul je apart bestek krijgen. De schalen zijn vaak al in de keuken voor je gekraakt waardoor je makkelijker het vlees, met behulp van een zogenaamde kreeftenpen, uit onder andere de poten kunt halen.
Oesters maak je los van de schelp met behulp van een oestervork. Vervolgens prik je de oester aan de vork en dip je die in de saus. Steek de oester in zijn geheel in je mond. Bij een informele gelegenheid mag je de schelp ook met je vingers oppakken en de oester direct vanaf de schelp naar binnen zuigen. -
Gebruik de vingerkom maar misbruik ‘m niet
Het is gebruikelijk dat tussen het hoofdgerecht en het dessert vingerkommetjes worden aangeboden. Soms krijg je er al eerder een omdat je gerecht dat vereist, bijvoorbeeld als je een hele kreeft of krab eet. Zoals de naam al aangeeft, het is een kommetje voor de vingers. Doop er dan ook alleen je vingers in en niet je hele hand. Je handen afdrogen doe je aan je servet. Zijn al je vingers schoon, plaats het kommetje dan links van je. Het personeel weet zo dat je klaar bent en zal het weghalen.
-
Stoor anderen niet als je van tafel opstaat
Je lens zit niet goed, je make-up moet nodig worden bijgewerkt of je moet een telefoontje plegen. Allemaal zaken die je niet aan tafel doet, maar elders. Netjes van tafel opstaan doe je door je te excuseren. Je servet leg je op je stoel en vervolgens loop je rustig weg. Het is overigens niet de bedoeling dat je het diner voortdurend onderbreekt. Beatrijs Ritsema, die iedere zaterdag in dagblad Trouw lezersvragen over manieren, omgangsvormen en etiquette beantwoordt, is zelfs van mening dat het ‘not done’ is om tijdens een diner naar het toilet te gaan: “Mensen die een diner van enige omvang tegemoet zien, horen van tevoren te bedenken dat ze voor een uur of anderhalf, twee vastzitten. Zij moeten preventieve maatregelen nemen en van tevoren naar de wc gaan. Zo moeilijk is dat niet. Mensen die naar de film gaan of een sportwedstrijd spelen, doen dat ook, dus met een etentje moet het ook lukken. Mensen met handicaps zijn vanzelfsprekend geëxcuseerd, en als de nood echt onhoudbaar is, moet u gaan natuurlijk. We willen ook weer geen ongelukjes aan de dinertafel. Ga dan tussen de gangen door, en mompel dat u zo terug komt.”
-
Rond het diner netjes af
Is iedereen uitgegeten, gedronken en gepraat, dan is het tijd om te gaan. Licht de bediening in over je vertrekplannen. Roepen, fluiten of knippen met je vingers is misschien wel een effectieve en geaccepteerde manier om de ober te wenken op het terras, maar in een sterrenrestaurant worden die methodes niet gewaardeerd. Wenken doe je met behulp van – hoe kan het ook anders - je wenkbrauwen. Maak oogcontact met de ober en trek je wenkbrauwen simpelweg lichtjes omhoog. Zeg dat je graag wilt afrekenen. Als je een heerlijk avondje uit hebt gehad, is het gebruikelijk om je waardering te laten blijken door middel van een fooi. Een fooi ten hoogte van tien procent van de rekening, is standaard en redelijk. Meer geven mag natuurlijk altijd! Je kunt de fooi achterlaten in contanten. Een andere optie is door de fooi bij het totaalbedrag op te tellen en het nieuwe eindbedrag op de rekening te schrijven. Vervolgens betaal je alles in één keer met de bankpas of creditcard. Nadat de rekening is voldaan, zal het personeel je naar de garderobe begeleiden en je in je jas helpen. En dan zit je sterrendiner erop. Op naar huis om uit te buiken.
Do's
- Op tijd komen.
- Met mes en vork eten.
- De ober en/of sommelier om advies vragen.
- Beloon de sommelier; als je de hulp van een wijnkelner inroept, is een van fooi van tien tot vijftien procent van de prijs redelijk.
Don'ts
- Snel eten.
- Praten met je mond vol.
- Smakken.
- Je schoenen uitdoen.
- Bellen aan tafel.
- Te hard praten.
- Roken tijdens het eten.
- Tussen je tanden pulken.